Advertisement
Raystone

Afkortingen gebruikt door AH

Jun 19th, 2017
556
0
Never
Not a member of Pastebin yet? Sign Up, it unlocks many cool features!
text 12.57 KB | None | 0 0
  1. A (Assortimentscode): Regulier assortiment
  2. AA: (Ass.code): Administratief artikel
  3. Afleverstroom: Levering van een bepaalde leverancier of DC (1=RDC, 2=RVC, 3=LVC, 4=Diepvries, 5=Brood, 6=Bloemen, 7=Waardetransport, 9=LDC, 10=DC-Note, 11=Kaascentrale)
  4. AGF: Aardappelen, groente, fruit
  5. AH: Albert Heijn
  6. Ahá: Periodiek voor medewerkers vol propaganda
  7. AH Cross: Systeem dat diverse AH-toepassingen verbindt (bijvoorbeeld assortiment, voorraad, bestelling)
  8. Ahold: Holding van AH waar ook Etos, Gall, De Tuinen, Albert.nl en een hele serie buitenlandse ondernemingen onder vallen.
  9. Aldipress: 1 van de 2 tijdschriftenleveranciers. Grijs/zwarte kratten
  10. ASM: Assistent Supermarktmanager
  11. Assortimentsgroep: Deel van het assortiment waarvoor je de worpschets krijgt, zoals broodbeleg of dierenvoeding kat. Genummerd 1 t/m 999.
  12. B-correctie/Ass.code B: Toegevoegd aan assortiment door de winkel. Wordt automatisch besteld door RE
  13. Baarn II: Breed uitgerold type AH-winkel van voor DNAH.
  14. Bakplan: Uitgeprinte lijst waar op staat hoeveel broodjes je op welke tijd moet bakken.
  15. BCD-Uren: Bijzonder Verlof-uren voor algemene feestdagen.
  16. BD-Uren: Bijzonder Verlof voor bijvoorbeeld begrafenissen
  17. BE: BestelEenheid (inhoud van een collo)
  18. Beppie: Staat model voor de klant van Albert Heijn, vereeuwigd in een standbeeld voor het hoofdkantoor. Op de sokkel staat de tekst "Opdat wij niet vergeten voor wie wij werken".
  19. Betapress: 1 van de 2 tijdschriftenleveranciers. Blauw/rode kratten
  20. C-correctie/Ass.code C: Uit het assortiment gehaald door de winkel.
  21. Carroussel: Onderdeel van het LDC waar onder andere de tabak vandaan komt.
  22. CBL: Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Overkoepelende organisatie voor food-retailers
  23. CBL-Fust: zwarte krat, in verschillende maten (de grote zijn 8-11-17-23, de halfjes 8 en 16). Het statiegeld is €3,86 per krat.
  24. CE: ConsumentenEenheid, 1 produkt. In een BE gaan bijvoorbeeld 12 CE.
  25. Codeboek: Elektronisch systeem waar de houdbaarheidsdata van produkten in wordt opgeslagen. Vroeger was het echt een boek (klapper), vandaar de naam.
  26. Collo (1 collo, 2 of meer colli): Leveringseenheid vanaf het DC. Bijvoorbeeld ene doos met rollen koekjes, een tray knakworsten of een krat bier.
  27. Communicatiecontainer (Comco): Container met o.a. promotiematerialen voor de volgende week. Afhankelijk van je spoorboekje geleverd op donderdag of vrijdag.
  28. C&P: Combineer&Profiteer, systeembenaming voor actie-artikelen en actie-pakketten (Een actiepakket is bijvoorbeeld 'alle unox 25% korting'.
  29. C-Store: Convenience Store (AH To Go)
  30. Dagrestant: Vulling die niet meer in het schap past, maar op zeer korte termijn (dezelfde of volgende dag) wel
  31. DASA (toep): Decentraal Assortimentssysteem
  32. DBA: Dienst Beveiliging AH. Oude naam voor R&S
  33. DC Note: Non food-DC in Oosterhout
  34. DCO: Regionaal Distributiecentrum Overijsel (Zwolle)
  35. DCP: Regionaal Distributiecentrum Pijnacker
  36. DCT: Regionaal Distributiecentrum Tilburg
  37. DCZ: Regionaal Distributiecentrum Zaandam
  38. Deli: Vleeswaren en Kaas in bediening
  39. Digi: Weegschaal voor deli- of broodafdeling die de produktstickers uitprint. Genoemd naar de leverancier.
  40. DNAH: De Nieuwe Albert Heijn, winkeltype/indeling/inventaris sinds ongeveer 2009
  41. Dolly: Onderstel op wielen zo groot als één CBL Fust.
  42. DP-90: Type Digi, weegschaal die niet weegt maar stickers op artikel-aantal print.
  43. DPS: Dubbele prijs signaal (artikelsignalering bij de kassa)
  44. DW: Weekkrant voor de winkels met informatieve zaken
  45. DW/Instore: Weekkrant voor de winkel met uitleg over promotiematerialen
  46. EAB: Elektronische Afleverbon; de bijschrijving van de geleverde artikelen in de voorraad. Lokale leveranciers hebben in de regel geen EAB.
  47. EAN: European Article Number. Streepjescode.
  48. ELF: Emballage, leeggoed, fust. Wordt eens per kwartaal geteld met de ELF-telling
  49. ELM: Elektronische Leeromgeving
  50. Emballage: Lege flessen
  51. FAAS (toep, hist.): Filiaal Afwijkingen Alarmering Systeem (meldingen over kassa-afwijkingen, bonuskaarten, retourafspraken)
  52. Facing: Vakbreedte.
  53. FALS (toep): Filiaal Algemene Systemen. O.a. kalender en openingstijden.
  54. FBA (toep, hist.): Historische voorloper van RFBA
  55. FBIS (toep): Filiaal Besturings Informatie Systeem (o.a. omzetgegevens en bakplannen)
  56. FHV: Filiaal Hulpverlening (Buiten AH heet dat BHV). Basiskennis van EHBO, brandveiligheid en ontruiming.
  57. FIFO: First in, first out.
  58. F-jes en S-jes (hist.): Door het Filiaal (F) of Systeem (S) aangemaakte tellingen uit de tijd van RFBA.
  59. FKVW (toep, hist.): Filiaal kas Verantwoording (kasverschillen uitrekenen)
  60. FMAS (toep): Filiaal Management Autorisatie Systeem. Voor het regelen van de autorisaties van de klassieke toepassingen.
  61. FUR (toep, hist.): Filiaal Uren Registratie. Voorloper van de uitbetaling van R&R.
  62. FVOS (toep): Filiaal Voorraad Systeem
  63. GSPI (toep, hist.): Goederenstroom Performance Indicatoren. Smileys die aangaven hoe goed je winkel voor elkaar was.
  64. GTR-kast: Gekoelde technische ruimte. Kast waar o.a. de kassaserver in staat. Sleutel is eigenlijk altijd kwijt.
  65. HACCP: Hazard Analysis and Critical Control Points. Binnen AH een elektronisch systeem dat o.a. hygiëne en temperaturen van koelingen en leveringen registreert.
  66. HOKA: Hoofdcaissière
  67. Hollander: Leverancier van veel winkelsystemen én de beveiliging.
  68. HOMAG: Hoe Om te Gaan met Afwijkend Gedrag. Training om om te gaan met afwijkende (agressieve, proletarisch winkelende) klanten.
  69. HRBP: Human Resources Business Partner; Verantwoordelijke voor personeelszaken
  70. HT: Handterminal voor o.a. tellingen.
  71. IDB/Iedere Dag Beter: Verbeterproject voor interne processen. En slogan.
  72. Initiële actie: Uitgeleverde actie-artikelen voor de volgende actieweek, geleverd tussen woensdag en zondag afhankelijk van je filiaal.
  73. KK (hist.): Kant&Klaar display uit de tijd van de pallets. Heet nu (op wielen) RAD.
  74. KOFA (toep, hist.): Kosten/Facturen
  75. KPT: Korte Parttimer; contract 48 uur per periode of lager
  76. KTO: Klanten Tevredenheids Onderzoek
  77. Ladingdrager: Iedere container, rolly, dolly, ric, minitainer etc. in een levering.
  78. LDC: Landelijk Distributiecentrum (houdbaar langzaamlopers, Geldermalsen)
  79. LVC: Landelijk Verscentrum (vers kortcodig, Nieuwegein/De Meern)
  80. Manco: Ontbrekende collo/colli in de levering
  81. MAS (hist.): Management Assistent. Verdwenen administratieve functie.
  82. MEDW: Medewerkers systemen (wijzigen en invoeren medewerkersgegevens, alleen toegankelijk voor management)
  83. Minitainer: Mini-container voor aardappelen, ook gebruikt voor de waszak
  84. MOMO: Manual Order Modification OutletBestelsysteem (eigenlijk de interface. Het systeem zelf heet Replenishment).
  85. MTO: Medewerkers Tevredenheids Onderzoek
  86. Mutatie: Assortimentswijziging voor een gedeelte van een assortimentsgroep. Kleiner in omvang dan een worp
  87. MVP: Medewerker Voordeel Plan. 10% korting op je boodschappen, tot €75 per kwartaal te ontvangen via je loonstrook
  88. NASA-nummer: Nieuwe Artikel Structuur AH; het interne artikelnummer. Niet te verwarren met de streepjescode.
  89. NCR: National Cash Register. Leverancier en onderhoudsbedrijf voor het hele kassasysteem, alles onder contract.
  90. ND/Norbert Dentressangle (Voorheen Christian Salvesen): Diepvries leverancier
  91. Nee-verkoop: Leeg vak. 'Nee-verkoop lopen' is voorraadcontrole op lege vakken.
  92. Nova: Nieuwe Outlet Varianten Albert Heijn (onderhouden van actiemeubelen in de computer)
  93. OBM: Order Bevries Moment; na dit tijdstip (minus een half uur) kunnen geen extra orders meer worden toegevoegd. Op het OBM stopt RE met het herberekenen van je bestelling.
  94. OG: Ontvangst Goederen
  95. OKG: Onvoorwaardelijke kwaliteitsGarantie. Jargon voor het terugboeken en geld teruggeven aan de klant voor een teruggebracht artikel. Vroeger ook de naam voor het bijbehorende formuliertje
  96. OM: Operationeel Manager; Leidinggevende van een winkelgebied (meerdere supermarkten)
  97. OPWU: Omzet per gewerkt uur, indicatie voor de productiviteit van de medewerkers.
  98. Opzet: Klaarzetten bake-off voor de volgende ochtend
  99. OR: Ondernemingsraad; gekozen vertegenwoordiging van medewerkers, gesprekspartner van de directie
  100. OZ: Onderlinge Zending; zending van het ene filiaal naar het andere
  101. PAD: Permanent Actiedisplay. Vaak met drogmetica
  102. Pallas: Database met winkelresultaten.
  103. Penwijziging: Assortimentswijziging van een enkel artikel.
  104. PEROPS: Periodeafsluiting m.b.t. de uitbetaling. Op de eerste maandagochtend van de nieuwe periode
  105. Plaza: AH Intranet
  106. PLU: Price Look Up Code, verkort artikelnummer aan de kassa voor bijvoorbeeld AGF, bierkratten en diverse tickets.
  107. Poortwachter: Verzuimsysteem, genoemd naar de Wet Poortwachter
  108. R&R: Roosteren & Realiseren. Roosterprogramma
  109. RAD: Rollend Actiedisplay
  110. RE/Replenishment: Naam van het bestelsysteem
  111. RFBA (toep): Redesign Filiaal Bestel Assistent (voorloper van Replenishment)
  112. RFPG: Interface van MEDW.
  113. Schapstickercodes: A = Aangevraagd, B = wijziging BE, F = wijziging Facing, P = Prijswijziging, W = Worp, X = overige wijziging.
  114. RIC: Roll-in Container. Voor melk.
  115. RI&E: Risico Inventarisatie & Evaluatie: wettelijk verplichte lijst met aandachtspunten en plannen voor risicobeperking in brede zin
  116. RM: Regiomanager; Leidinggevende van meerdere winkelgebieden
  117. Rolly: onderstel op wielen zo groot als 2 CBL-fusten (dus dubbel zo groot als een dolly)
  118. R&S: Risk & Security. Interne veiligheidsdienst
  119. RZ-levering: Levering van een niet-AH-DC. Dus diepvries, tijdschriften, waardetransport of een lokale leverancier
  120. SBRM: Small Business & Retail Management, HBO-opleiding voor de sector
  121. SM/SMM: Supermarktmanager
  122. Spoorboekje: Overzicht van lever- en besteltijden.
  123. SRP: Shelf-Ready Packaging. Artikel dat met doos/tray en al het schap in gaat.
  124. SRVP (toep): Servicepunten Onderhoud. Kassa- en weegschaal gerelateerde zaken.
  125. SSC: Self Service Center. Elektronische Helpdesk.
  126. Steekproef 201: Steekproef voor de fiscus om aan te tonen dat het voorraadbeheer goed genoeg was om niet te hoeven balansen. Afgeschaft voor WWM.
  127. T-correctie: Artikel tijdelijk toegevoegd aan assortiment. Het scant aan de kassa maar wordt niet automatisch bijbesteld.
  128. Telefoonnummer: 088 659 XXXX, waarbij XXXX het filiaalnummer.
  129. TEXT (toep): Tekst-toepassingen (onder andere nog gebruikt voor kassarapporten)
  130. TIB: Technisch Inventaris Bestelboek. Om planken, schapstickerhouders en ander inventaris te bestellen.
  131. Tijdelijke fout (hist.): Fout die optrad bij het laden van de oude terminals, die niet tijdelijk was.
  132. TL: Teamleider. Kan fulltime of parttime zijn.
  133. Tomra: Flessenband (naam van de leverancier)
  134. Triple-O: Ordergrootte Onafhankelijke Orderpickmodule (machine op de DC die automatisch de orders pickt)
  135. TUS: Tijdelijk uit sortering. Tijdelijk niet leverbaar.
  136. TVT/TVU: Tijd voor Tijd/Te verrekenen Uren. Uren gewerkt boven contract die niet direct worden uitbetaald.
  137. US: Uit sortering/Uit assortiment.
  138. VCR: Voorraad Controle Risico
  139. VDC: Virtueel Distributiecentrum (voor verkoop tickets en beltegoed).
  140. Verkoop: Bedieningsafdelingen
  141. VKA: VerkoopAfhandeling. Afdeling Kassa/Counter
  142. VKK: VerkoopKlaar. Alles dat wordt verkocht zoals het binnenkomt (houdbaar, diepvries, verpakt vers etc.)
  143. VM (hist.): Verkoopmanager. Zat vroeger in rang onder de SM.
  144. VNA (hist.): Verklaring Niet Akkoord, voor afwijkingen bij levering.
  145. VRO: Afkorting voor verpakkingsmaterialen en andere produkten voor intern verbruik in de winkel (denk aan schoonmaak, koffiebekers etc.)
  146. VS (hist.): Verkoopspecialist. Zat vroeger in rang onder de VM; niet-leidinggevende functie.
  147. VVM: Vandaag Voor Morgen. Achterliggende gedachte van de goederenstroom: Vandaag bestellen is morgen binnen, vandaag binnenkrijgen in de winkel voor de verkoop van morgen.
  148. VVO: Verkoop Vloeroppervlak. Oppervlakte van de winkel in vierkante meters, maar exclusief magazijn- en kantoorruimtes.
  149. VVP: VoorVerpakt/Vers Verpakt
  150. VWO: Volgende Week Open (winkels die binnen een week tijd compleet worden gestript en opnieuw ingericht)
  151. WAG: Winkel AssortimentsGroep: hoofdgroep uit het assortiment waarbinnen dan weer de assortimentsgroepen zitten. Bijvoorbeeld Zuivel (15) of Kruidenierswaren (19). Genummerd 1 t/m 39 oneven en 98.
  152. WAP: Winkel Activiteiten Planner. Overzicht van worpen, mutaties en commerciële activiteiten.
  153. Weekrestant: Vulling die niet meer in het schap past, en op korte termijn ook niet (bijvoorbeeld oude actie of rest door voorraadverschil)
  154. Winkelhelpdesk: Telefonische hulpdienst, 075-6592929, voor o.a. hard- en softwarevragen.
  155. Winkelweb (hist.): AH Intranet van de eerste generatie.
  156. WISE: Bijnaam voor de Handterminals, maar ook de afkorting die behoort bij de handterminal-toepassingen.
  157. WORP: Winst door Optimale Ruimtebeheersing en Productiviteit. Schappenplan/assortimentsindeling.
  158. WWM: Winkel Werk Maatschappij. Filialen in eigendom van AH, de niet-franchisers.
  159. XL: Extra-Large AH, in de regel boven de 3000 m2 VVO
  160. ZAV-brood (gasverpakking): Zuurstofarm verpakt brood
  161. ZB: ZelfBediening
Advertisement
Add Comment
Please, Sign In to add comment
Advertisement