Opdracht: Leesverslag schrijven.

Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen:

1.	Inleiding: waarom heb je voor dit boek gekozen? (minimaal 50 woorden).

2.	leg in minimaal 300 woorden uit wat het thema van het boek is, welke motieven erin zitten, wat het centrale probleem is en wat er nog meer kenmerkend is voor dit verhaal. Wat zou je de schrijver van het boek willen vragen als die tegenover je zat?

3.	Leg in minimaal 300 woorden uit hoe dit middeleeuwse werk in de geschiedenis van deze periode past. Verwerk in je tekst minstens vijf van de volgende termen:


Orale cultuur
Standenmaatschappij
Boekdrukkunst
Theocentrisme
Memento mori
Hoofse cultuur
Wereldlijke cultuur
Kerkelijke cultuur
Ridderroman
Mecenas
Epische concentratie
Oosterse ridderroman
Karelroman
Artur roman
Queeste
Feodaliteit
Abel spel
Marialegende
Trojeroman
trouw
sotternie
natureingang

4.	Kies één van de onderstaande creatieve opdrachten of verzin zelf een opdracht en leg deze aan je docent voor:

a.	 Schrijf een recensie van het middeleeuwse boek van minimaal 300 woorden.
b.	Schrijf naar aanleiding van het gelezen middeleeuws boek een kort en vlot leesbaar stuk van minimaal 300 woorden over de waarde middeleeuwse literatuur.
c.	Schrijf een fictief interview van minimaal 300 woorden met de schrijver van het middeleeuwse werk.
d.	Schrijf een krantenartikel (van minimaal 300 woorden) waarin je de intrige van het middeleeuwse werk uiteenzet alsof het echt heeft plaatsgevonden.