Advertisement
Guest User

Dutch Sentences II

a guest
Mar 19th, 2018
2,624
0
Never
Not a member of Pastebin yet? Sign Up, it unlocks many cool features!
text 41.04 KB | None | 0 0
  1. Heb je de tafel gedekt?
  2. Wie is verantwoordelijk voor deze misdaad?
  3. Ze spelen buiten in de tuin.
  4. Je vindt de lift achteraan de gang.
  5. Zwarte katten brengen ongeluk.
  6. Ik heb het vanmorgen in de krant gelezen.
  7. Sommige bureaustoelen zijn ergonomisch niet verantwoord.
  8. De tweejaarlijkse bijeenkomst vindt overmorgen plaats.
  9. De oplevering was eindelijk klaar, twee jaar na datum.
  10. Kan jij goed autorijden.
  11. Ze gaat morgen voor de allereerste keer naar school.
  12. Je kan geen woning bouwen in agrarisch gebied.
  13. Afrika is de bakermat van onze beschaving.
  14. Ik maak iedere ochtend mijn bed op.
  15. Het artikel stond de volgende ochtend in de krant.
  16. Het is een typisch kenmerk van die ziekte volgens mijn dokter.
  17. Ik heb mijn oog laten vallen op die loft op de markt.
  18. Mijn dochter is gisteren gevallen tijdens het spelen in de speeltuin.
  19. We hebben vorig weekend de zoo bezocht.
  20. Rotterdam en Antwerpen zijn de grootste havens van Europa.
  21. Die schrijver van dat boek is internationaal gekend.
  22. Hij heeft de Nobelprijs voor literatuur gewonnen.
  23. De eigenaar van die villa in Frankrijk bezit ook nog twee kastelen.
  24. Die tekeningen van draken en ridders zijn heel geliefd bij de kleuters.
  25. Papa en mama hebben mijn broer geholpen bij zijn verhuis.
  26. De geschiedenis van de Egyptenaren is enorm interessant.
  27. Ik heb dat boek online besteld.
  28. Dat was een lastige vraag tijdens de quiz.
  29. Ik heb de kleren opgeborgen in de kast.
  30. De lamp is van het nachtkastje gevallen toen ik de lakens van het bed trok.
  31. Zij is van haar stoel gedonderd terwijl ze haar gevallen bestek van de grond wou rapen.
  32. Dat is mijn favoriete tijdschrift.
  33. De verwarming was stuk afgelopen winter dus zijn we een maand bij mijn ouders ingetrokken.
  34. De kinderen gingen niet graag naar school tot ze juffrouw Sofie leerden kennen.
  35. Onze kamer heeft voldoende kastruimte voor onze gigantische garderobe.
  36. Hij is schilder van beroep, maar hangt zelden zijn eigen schilderijen op in zijn huis.
  37. Zij is pilote voor KLM en is vaak voor weken van huis als ze op missie is.
  38. Oppassen als je de deur van de kelder opendoen want onze hond kan langs daar ontsnappen.
  39. Hij luistert naar muziek op zijn kamer met zijn hoofdtelefoon.
  40. De gang van ons appartement stond opnieuw vol met rommel van onze buren.
  41. Hij maait het gras iedere zaterdag stipt om 14u 's middags.
  42. De foto van die wolf past perfect in mijn interieur.
  43. Zij reed iedere maandag 3u met de auto om haar kind naar de balletles te brengen.
  44. Helaas is de dodo uitgestorven nu.
  45. Ze reisden per boot naar die eilandengroep.
  46. Nog steeds verdwijnt er ieder jaar een flink deel van het regenwoud, ondanks alle maatregelen die al genomen zijn.
  47. Hij deed het licht uit met de schakelaar.
  48. Doe je de deur dicht als je naar buiten gaat?
  49. Hij sprong vanaf de hoogste springplank in het zwembad.
  50. Peter kijkt wekelijks naar dat kookprogramma.
  51. Er waren opnieuw problemen met de vrachtwagen die de werf niet kon binnenrijden.
  52. Jommeke is een bekend stripfiguur die de hoofdrol speelt in het gelijknamige stripverhaal.
  53. Het Nederlands is een mooie taal.
  54. Dialecten worden minder en minder gesproken.
  55. Hij had pijn na de operatie aan zijn arm.
  56. Na die regenbui was hij nat van kop tot teen.
  57. Zijn paraplu had geen effect in de storm aangezien hij na een paar minuten al stuk was.
  58. Zelfrijdende auto's kunnen binnenkort dronken passagiers veilig thuis brengen.
  59. Na het lezen van vele beoordelingen had ze eindelijk haar oog laten vallen op een laptop met een qwerty toetsenbord.
  60. Ons modern alfabet bevat 26 letters in tegenstelling tot het Griekse dat er maar 24 bevat.
  61. Na zijn wereldreis van een jaar werd het eindelijk tijd om nog eens de kapper te bezoeken zodat zijn familie hem terug zou herkennen.
  62. De opluchting was immens toen ze eindelijk haar gouden medaille in de wacht sleepte.
  63. Om te winnen zal je veel moeten trainen.
  64. Europa en Azië zijn twee verschillende werelddelen.
  65. Els neemt iedere ochtend de bus om te gaan werken.
  66. Zijn bureaustoel stond juist afgesteld, maar toch heeft hij nu last van zijn rug.
  67. De kat heeft na drie uur eindelijk de muis gevangen.
  68. De politie heeft een dossier geopend over die onrustwekkende verdwijning.
  69. Vroeger hadden alle kantoren tl-lampen maar tegenwoordig wordt dit steeds vaker vervangen door ledverlichting.
  70. Hij schakelt de verlichting in de keuken aan.
  71. Doe je het licht uit als je straks vertrekt?
  72. Jan zet de wasmachine nog snel aan voordat hij begint te koken.
  73. Het huis is afgebrand door een pan die nog op het vuur stond.
  74. Elektrische auto's zijn de toekomst maar voorlopig zijn ze nog te duur voor het grote publiek.
  75. De meeste voertuigen worden ieder jaar op het autosalon gekocht.
  76. Leerkrachten gebruiken nog vaak het ouderwetse bord en krijt.
  77. In de middeleeuwen was de enige vorm van verwarming een kachel.
  78. Centrale verwarming is een recent fenomeen.
  79. Haar optreden waarbij ze een stuk van Mozart bracht op de piano was briljant!
  80. Hij was al dertig, maar schreef nog steeds iedere dag in zijn dagboek.
  81. Het Nederlands is een taal waarbij je soms lange samenstellingen kan hebben.
  82. Iedere ochtend dronk ze een kopje koffie voor ze naar de winkel vertrok.
  83. Zijn blauwe ski-jas beschermde hem prima tegen het gure winterweer.
  84. Ze dronk limonade van een recycleerbare petfles.
  85. De burgemeester knipte het rode lint door met een grote schaar.
  86. De marathonloper was zeer tevreden met zijn nieuw record op deze hoogte.
  87. Studenten aan de universiteit staan zeker open voor deze gevoelige thema's.
  88. Ze heeft het volledige boek op haar toetsenbord getypt.
  89. Rond de periode van Kerstmis en Nieuwjaar eet ik meestal veel te veel.
  90. Zalig kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.
  91. Ellen gaat iedere ochtend brood bij de bakker en vlees bij de slager halen.
  92. Vaak gaan ze bij een vrijgezellen paintball spelen of karten.
  93. Je moet de wc schoon achterlaten na gebruik.
  94. Bij de verbouwing van hun huis zijn er verschillende dingen beschadigd waaronder de tegels in de gang en de parket in hun woonkamer.
  95. Hij moest de afwas doen gezien hij verloren had in het spelletje blad-steen-schaar.
  96. Eerst durfde ze niet in de glijbaan in het zwembad, maar na lang aandringen heeft ze dan toch haar schrik overwonnen.
  97. De opslagruimte in die loods is te klein voor het bouwen van die wagen.
  98. Een aantal mensen in die wijk hebben illegaal een veranda bijgebouwd.
  99. De meeste vogels in dat natuurgebied zijn beschermd en je mag er dus niet op jagen.
  100. Bijna alle paarden worden gekweekt, rekening houdend met hun stamboom.
  101. Veel kinderen van tegenwoordig kunnen al vanaf een jonge leeftijd overweg met computers, tablets en gsm's.
  102. Haar hond en kat kwamen goed overeen.
  103. Ibrahim heeft gisteren mijn computerprobleem opgelost.
  104. De allereerste keer dat mijn dochter olifanten, leeuwen en neushoorns zag was in de dierentuin.
  105. Heb jij toevallig nog een tweede riem want mijn broek zakt constant af.
  106. Is het echt waar dat jullie nog in China gewoond hebben?
  107. In de winter heb ik continu papieren zakdoekjes op zak.
  108. Ik heb geen ziektes, maar iedere lente heb ik wel last van hooikoorts.
  109. Alzheimer is een genetische aandoening.
  110. De politie heeft na een undercoveroperatie van een jaar eindelijk die drugsbende kunnen ontmaskeren.
  111. Tegenwoordig zijn het vooral de oudere mensen die nog naar de kerk gaan.
  112. Mijn grootouders zitten in het bejaardentehuis.
  113. Ja het wordt tijd dat we onze woonkamer nog eens gaan verven.
  114. Zij kan echt enorm goed gitaar spelen.
  115. Hij kiest vaak voor de gulden middenweg.
  116. Mijn baas op het werk is streng maar rechtvaardig.
  117. Zij hebben net een wereldreis gemaakt van meer dan een jaar en zijn vertrokken naar Afrika om dan via Azië, Oceanië en Amerika terug naar België te komen.
  118. Haar handtas was gestolen in Madrid.
  119. Malaria wordt overgedragen door de tseetseevlieg.
  120. De Elfstedentocht is een wedstrijd die enkel plaatsvindt als de winter koud genoeg is om de sloten en beken dicht te vriezen.
  121. Iedere zomer logeert hij een maand op de camping van zijn nonkel.
  122. De batterij van zijn laptop was leeg voordat hij zijn werk kon afmaken.
  123. Zij was architecte en hij was een verpleger in het plaatselijke ziekenhuis.
  124. Ze zijn eergisteren getrouwd in het gemeentehuis.
  125. Het carnavalsfeest vond plaats in de lokale parochiezaal.
  126. Isabelle opent 's ochtends de gordijnen.
  127. De jager was op zoek naar roodkapje.
  128. De winkel was geplunderd na de soldenperiode en enkel extra small en extra large waren nog beschikbaar.
  129. Niet alle landen van de Europese Unie gebruiken de euro, maar alle landen die vanaf nu toetreden zijn wel verplicht om de euro in te voeren.
  130. De exacte definitie van De Lage Landen is niet exact duidelijk, maar de benaming wordt vaak gebruikt om naar België en Nederland te verwijzen.
  131. Iedere vakantie is het opnieuw hetzelfde gedoe met het inpakken van jullie koffers.
  132. Schuifdeuren en schuiframen isoleren vaak minder goed dan draaideuren en kiepramen.
  133. Elise houdt van skiën in de Franse Alpen.
  134. Vorig seizoen zijn er twee leden van onze skiclub omgekomen in een lawine.
  135. Het was koud in de berghut en de twee dekens waren nauwelijks voldoende om ons warm te houden.
  136. Er was een serieus vochtprobleem in onze kelder.
  137. De rivier overstroomde bijna ieder jaar tot ze uiteindelijk een nieuwe dijk gebouwd hebben.
  138. Ze zijn niet zo handig dus het heeft hen uiteindelijk uren gekost om die IKEA-kast te bouwen.
  139. Er was een probleem met de afvoer van hun bad.
  140. De loodgieter heeft het probleem kunnen oplossen maar het heeft hun toch een flinke duit gekost.
  141. Romeo sprak tegen Julia die op het balkon stond.
  142. Het tweede seizoen van dat televisieprogramma komt volgende maand op de televisie.
  143. Je moet oppassen voor elektrocutie als je je haardroger in de badkamer gebruikt.
  144. Er loopt pas stroom als het circuit volledig gesloten is.
  145. In de winter heb ik toch graag een dikke donsdeken op mijn bed liggen.
  146. In de herfst vallen alle bladeren van de boom.
  147. De eerste zonnige dagen van de lente kan je meestal vanaf maart verwachten.
  148. Zinnen begin je met een hoofdletter.
  149. In een wiskundige bewerking kan je haakjes gebruiken om voorrang te geven aan een operatie die met de normale regels geen voorrang zouden krijgen.
  150. Op mijn kamer heb ik een grote wereldkaart hangen.
  151. Je ziet soms dat de binnenkant van een wereldbol gebruikt wordt als drankkast.
  152. Elke maakt iedere avond de brievenbus leeg.
  153. We zijn bijna een uur gestopt in dat wegrestaurant.
  154. Het grootste nadeel van elektrische wagens blijft dat het lang duurt om ze op te laden.
  155. Het dak van dat huis was niet goed geïsoleerd.
  156. De een zijn dood is de ander zijn brood.
  157. Zij gooit de handdoek in de ring.
  158. Al draagt een aap een gouden ring, hij is en blijft een lelijk ding.
  159. Farao's werden zowel in piramides als in uitgegraven rotsen begraven.
  160. Tegenwoordig prefereren de meeste mensen een douche met een thermostatische kraan.
  161. Zet je even het vuilnis buiten?
  162. We moeten nog steeds een kleur voor de voegen van ons huis kiezen.
  163. Doe je het raam dicht?
  164. Hij was de sleutel van de voordeur verloren en dus moest de slotenmaker komen om het slot open te breken.
  165. Een bekende truc om je tand te trekken is door middel van een draadje dat je aan de klink van de deur bevestigd.
  166. Een lekkende kraan kan jaarlijks best wel wat geld kosten.
  167. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?
  168. De reporter bracht live verslag van het evenement.
  169. De voetbalwedstrijd ging gelijk op, tot onze ploeg op een 2-0 voorsprong kwam in de 80ste minuut.
  170. Die grand slam wedstrijd werd pas beslecht in de allerlaatste set.
  171. Het uitgebreide verslag van hun trouw was te lezen in dit magazine.
  172. Hun kelder was niet groot genoeg voor al hun rommel.
  173. Tijdens professionele tafeltenniswedstrijden staan de spelers vaak meters achter de tafel.
  174. Zij heeft het wereldkampioenschap snooker gewonnen.
  175. Bij darts is het de bedoeling om zo dicht mogelijk bij de roos te gooien.
  176. Na het skiën voelde ik het serieus in mijn beenspieren.
  177. Hij loopt de honderd meter sneller dan iedereen op onze school.
  178. Loopschoenen zijn ontwikkeld om optimale steun te geven aan je voet.
  179. Die serie is te zien op Netflix.
  180. We hebben twee fotoalbums van die vakantie.
  181. Gaan jullie ieder jaar met de auto op reis?
  182. Zij heeft twee honden thuis.
  183. Staat jullie tv op een tv-meubel of hangt hij aan de muur?
  184. De hondenmand staat in de hoek van de kamer.
  185. Iedere avond installeer ik mij in onze hoekzetel.
  186. Hebben jullie dit appartement gekocht of gehuurd?
  187. Ik reis liever met de trein dan met de auto wegens de milieu-impact.
  188. Ik heb nog nooit een rok of een jurk gedragen.
  189. Vorig jaar is ze gaan bungeejumpen in Zuid-Afrika.
  190. De trams rijden op een afgescheiden baan.
  191. We kunnen over alles praten met elkaar.
  192. Ze wonen al drie jaar samen.
  193. De gevoelens zitten goed.
  194. De zussen gaven elkaar een knuffel toen ze elkaar terug zagen.
  195. Het examen bestond uit 50 meerkeuzevragen.
  196. Ze zijn in het park gaan picknicken.
  197. Mijn printer is opnieuw stuk gegaan.
  198. Haar leven hing aan een zijden draadje.
  199. Ik heb de oplossing voor dat probleem gevonden op een forum.
  200. Voor mijn verjaardag heeft ze bloemen op mijn werk laten leveren.
  201. Hij was smoorverliefd op hem.
  202. Ze hebben samen de Mont Blanc beklommen.
  203. Al jarenlang verkleinen de gletsjers overal in de wereld.
  204. Hij heeft vaak last van buikkrampen.
  205. De griep is weer in het land.
  206. Een echte spaghetti bolognaise bereid je best met Italiaanse tomaten.
  207. Ijs met stukjes chocolade is het beste dat er is.
  208. Crème brûlée is mijn favoriete dessert.
  209. Er zit een kras op je bril.
  210. Ze voelt zich op zijn gemak bij hem.
  211. In de 15e eeuw heeft Columbus Amerika ontdekt.
  212. Er is veel bewijs voor de evolutietheorie.
  213. Haar schoonouders zijn sympathiek.
  214. Het blijft een goed idee om die vrienden uit te nodigen voor onze trouw.
  215. Alle ogen waren op haar gericht.
  216. Niet iedereen vindt reizen met de rugzak ideaal.
  217. Reizen met het vliegtuig is niet goed voor het milieu.
  218. Op papier was hun relatie perfect.
  219. Niet met je schoenen in bed!
  220. De deur stond op een kier.
  221. Al een paar weken wordt die wijk door inbraken geteisterd.
  222. De pizza staat in de oven.
  223. De organisatie van het evenement is chaotisch verlopen.
  224. Hun huwelijksreis was een groot succes.
  225. Amerika heeft veel prachtige natuurparken.
  226. Langharige honden moet je vaak kammen.
  227. Die papieren liggen in de onderste lade.
  228. Amai, ben je maar de kapper geweest?
  229. Rustig blijven is niet evident in die situatie.
  230. Ze hebben alle twee blond haar en blauwe ogen.
  231. Ze heeft prachtige krullen.
  232. Op een bouwwerf moet iedereen verplicht een helm dragen.
  233. Die nieuwe leren jas staat hem goed.
  234. Iedere avond ligt ze met een dekentje in de zetel.
  235. Ze hebben urenlang vastgezeten in de skilift.
  236. Een openhaard kan enorm gezellig zijn.
  237. Dat sterrenrestaurant kookt enkel vegetarisch.
  238. Na haar beenbreuk moet ze zes weken in de gips.
  239. Voor de verjaardag van haar zoontje heeft ze een clown en een springkasteel geregeld.
  240. Het belangrijkste is dat je gezond bent.
  241. Als student heeft hij ieder jaar in een ander kot gezeten.
  242. Zij heeft nooit een tweede zit gehad.
  243. Je kan die kaarsjes aansteken voor de gezelligheid.
  244. We gaan graag samen op restaurant.
  245. Ik strijk mijn hemden altijd.
  246. Hij heeft een burn-out gehad.
  247. Meer en meer mensen betalen met de kaart in plaats van contant.
  248. Zij zit in haar pyjama voor de tv.
  249. Het eerste nachtje in ons nieuw appartement.
  250. Ze zijn op zoek naar de schat van de piraten.
  251. Als tiener had hij veel last van acne.
  252. Ze is in verwachting van een tweeling.
  253. De Grieken waren filosofisch terwijl de Romeinen eerder pragmatisch waren.
  254. Je moet de tv aanzetten.
  255. Ik heb die serie al gezien.
  256. Ik speel graag piano.
  257. De hond slaapt in zijn mand.
  258. De wifi code is vrij lang.
  259. Ik zoek mijn oplader.
  260. Ik heb twee verschillende kousen aan.
  261. Mijn vriend is knap.
  262. Hij geeft me een kusje.
  263. Hij ligt met zijn armen gekruist op de zetel.
  264. Ik heb me al afgevraagd hoeveel tijd het zou nemen om al mijn foto's in te scannen.
  265. De hond slaapt onrustig als zijn bazin niet thuis is.
  266. Ik heb Spaans geleerd door naar Spaanse series te kijken in mijn vrije tijd.
  267. Soms weet ik niet zeker of een bepaald woord correct Nederlands is.
  268. Als de hond blaft weet ik dat er een kat in de tuin zit.
  269. Ik heb mijn abonnement op de krant opgezegd.
  270. Ik lees graag artikels online.
  271. De tegels in de speelkamer zijn van Italiaanse afkomst.
  272. Ik had vroeger een postzegelverzameling.
  273. Ik ga nu naar boven om mijn tanden te poetsen.
  274. Het was een mopje hoor.
  275. Ik heb een goed gevoel voor humor.
  276. Het is een mooie dag.
  277. Het was een leuke vakantie.
  278. Het skigebied had veel zwarte pistes.
  279. Mijn ski-jas heeft een apart zakje voor mijn skipas.
  280. Het is moeilijk om skibotten te vinden die goed passen.
  281. Een metronoom dient om het juiste ritme te houden tijdens het spelen van muziek.
  282. Inches worden zelden gebruikt in het Nederlands, maar de grootte van televisies is hierop een uitzondering.
  283. Luipaarden zijn moeilijk te zien op safari's.
  284. Star wars is een duidelijk voorbeeld van sciencefiction.
  285. In Brazilië is er nog veel regenwoud.
  286. De Nijl is de langste rivier ter wereld, gevolgd door de Amazone.
  287. De houthakker kapt de boom om met een bijl.
  288. Ik doe niet graag de was en de strijk.
  289. Als de zon schijnt moet je je goed insmeren met zonnebrandcrème.
  290. Uv-straling wordt tegengehouden door ozon in de ozonlaag.
  291. Je mag niet liegen.
  292. Zij wordt graag gemasseerd op een massagetafel.
  293. Ze zit tussen twee vuren.
  294. Ze is net vijftig jaar geworden.
  295. We hebben vorige week zijn pensioen gevierd.
  296. Iedere dag gaan ze wandelen in het bos.
  297. Zijn ultieme droom is om een marathon te lopen.
  298. Ik draag een riem omdat mijn broek anders afzakt.
  299. Voor het eten was je best je handen met zeep.
  300. Ik heb droge handen dus ik gebruik vaak een hydraterende handcrème.
  301. De microgolfoven staat naast de afwasmachine.
  302. Die doos bevat honderd verschillende kleuren kleurpotloden.
  303. Er staat een wasmand in de badkamer.
  304. Er ligt ondergoed in de kast.
  305. Stilvallen op je rijexamen maakt een slechte indruk.
  306. Hij heeft een boek geschreven over de honderd mooiste plaatsen ter wereld.
  307. Hang je natte handdoek maar aan het rekje.
  308. De meeste mensen hebben het liefst twee wasbakken in de badkamer.
  309. Zij werkt als rechter voor het Europees Hof van Justitie.
  310. Ken je de hoofdstad van alle Europese landen?
  311. Istanboel is de enigste stad die in twee continenten ligt.
  312. Ons zonnestelsel telt 8 planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
  313. Een bekend ezelsbruggetje om de volgorde van de acht planeten te onthouden is "Maak van acht meter Japanse stof uw nachthemd" waarbij de eerste letters overeenkomen met de eerste letters van de planeten.
  314. Pluto was vroeger een planeet maar is nu een dwergplaneet.
  315. Het wielrennen is een sport waarbij er vaak doping gebruikt wordt.
  316. Nederlanders zijn goede schaatsers en ze winnen vaak Olympische medailles in deze discipline.
  317. Pak jij je koffer altijd de avond voor je vertrekt?
  318. Het vermiste jongetje droeg een gele T-shirt op de dag van de verdwijning.
  319. Ik zie door de bomen het bos niet meer.
  320. Dat ongeval was brute pech.
  321. Niet veel mensen hebben last van hoogtevrees in een reuzenrad.
  322. Na tien jaar hebben ze eindelijk een schoolreünie georganiseerd.
  323. Mijn dochter is vandaag op schoolreis.
  324. Ze smeert zelf haar boterhammen.
  325. Die groep heeft slechts één bekende hit.
  326. Mijn mama maakt zelf verse soep.
  327. Elke vrijdag gaan we naar de frituur.
  328. Vergeet niet om je wijzigen op te slaan.
  329. Hij is geen groot licht.
  330. Mijn tandarts heeft me gezegd dat ik vaker mijn tanden moet poetsen.
  331. Zij verloor haar evenwicht en viel.
  332. Zij heeft nog nooit in het ziekenhuis gelegen.
  333. Haar opa is vorige week overleden.
  334. Ze heeft die wedstrijd al driemaal gewonnen.
  335. Hij leunde net achterover op zijn stoel toen de poot brak.
  336. Hij is administratief medewerker bij de stad Brussel.
  337. Zij krijgt veel erkenning voor die heldendaad.
  338. Hij is redacteur bij de krant.
  339. Wij liepen door de wei.
  340. Koeien en paarden staan 's zomers in de wei.
  341. Hij was leider bij de jeugdbeweging.
  342. Iedere zomer gingen ze op kamp in de Ardennen.
  343. Ik heb dit op de rommelmarkt gekocht voor twee euro.
  344. De kinderen eisten allemaal een ijsje.
  345. Zij is met een vriendin gaan jagen op konijnen.
  346. Hij heeft ooit een moord gepleegd.
  347. De kelder is in beton gegoten.
  348. De vakbonden staken volgende week dus reken er maar op dat je trein vertraging zal hebben.
  349. De files worden jaar na jaar langer.
  350. Autosnelwegen zijn wegen waar je snel kan rijden met je auto.
  351. In verschillende Europese landen moet je tol betalen op de snelwegen.
  352. De trommelaars trommelden lustig op hun trommels.
  353. De dynamische verkeersborden indiceren een maximum snelheid van 90 km per uur.
  354. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
  355. Als je met de fiets naar het werk gaat krijg je een fietsvergoeding.
  356. Mijn tandarts heeft de afspraak verzet.
  357. Plastic bekertjes zijn niet goed voor het milieu.
  358. Dieselwagens dragen meer bij aan de luchtvervuiling dan benzinewagens.
  359. Ali Baba en de 40 rovers is een bekend sprookje.
  360. Duitsland ligt ten oosten van Frankrijk en ten noorden van Oostenrijk en Zwitserland.
  361. De vastgelegde maximumsnelheden in België zijn 30, 50, 70, 90 en 120 km/u.
  362. Nicolas Tesla is een beroemde uitvinder die bekend staat om de uitvinding en ontwikkeling van de wisselstroomgenerator.
  363. Zij had prachtige foto's getrokken van de dieren in de dierentuin.
  364. Het containerschip lag aangemeerd in de haven.
  365. De boot zat geblokkeerd in de sluis.
  366. Een kapitein blijft aan boord tot het einde als het schip zinkt of vergaat.
  367. Ze bezitten een groot landgoed op het platteland.
  368. Op 11 november herdenken we Wapenstilstand.
  369. Online communiceren ze via de webcam.
  370. Ieder jaar valt de ramadan op een andere datum.
  371. Je kan je computer bedienen met een toetsenbord en muis.
  372. In de meeste landen rijden ze rechts, maar in sommige landen zoals het Verenigd Koninkrijk rijden ze links.
  373. Kikkers leven vaak aan de oevers van rivieren of vijvers.
  374. Hij speelt de eerste viool.
  375. Een voltallig orkest bestaat uit de strijkinstrumenten, de slaginstrumenten en de blaasinstrumenten.
  376. Ze draagt een petje om een zonneslag te vermijden.
  377. Als je uit een vliegtuig springt draag je best een parachute.
  378. Om te kunnen surfen heb je golven nodig terwijl je voor windsurfen enkel wind nodig hebt.
  379. Je kan het toestel aan -of uitschakelen via de schakelaar in de gang.
  380. Ze hebben die documenten gearchiveerd.
  381. Je kan dat opzoeken in de bibliotheek.
  382. Voor medicijnen ga je best naar de apotheek.
  383. Drink je het liefst koffie of thee?
  384. Zij is partner in dat advocatenkantoor.
  385. Hij heeft zijn identiteitskaart verloren.
  386. Zij is haar paspoort kwijt.
  387. Je kan een cursus volgen om te leren vliegen met een helikopter.
  388. Over dit soort zaken kan je altijd met een vriend of vriendin praten.
  389. We zijn samen gaan lunchen bij een Italiaans restaurant.
  390. Zij heeft de adellijke titel van barones ontvangen.
  391. Als je binnenkomt moet je je schoenen uitdoen en je jas ophangen aan de kapstok.
  392. Als je luide muziek beluisterd draag je best een hoofdtelefoon.
  393. Het zat verpakt in een grote doos.
  394. Robots zijn cool.
  395. Kan je dat onderzoeken onder de microscoop?
  396. Het tocht door die deur.
  397. Mijn jas is gescheurd aan de naad.
  398. Met naald en draad kan je naaien.
  399. Het schip is vastgelopen in die baai.
  400. Het vliegtuig heeft een noodlanding moeten maken.
  401. De stewardess vraagt aandacht voor de noodprocedure.
  402. Jarenlang hebben ze overleefd op dat onbewoonde eiland.
  403. Die film is opgenomen in een maand.
  404. De regisseur was enorm trots op dat project.
  405. Die film heeft een prijs gewonnen voor de beste film.
  406. Hij heeft een hoop posters opgehangen op zijn kamer.
  407. Dat is toch wel puberaal gedrag.
  408. Ik heb gisteren nieuwe schoenen gekocht in de winkel.
  409. Ongeacht de tegenslag blijft hij doorzetten.
  410. Haar kinderen hebben een zandkasteel gebouwd op het strand.
  411. De golven van de zee hebben hun zandkasteel vernield.
  412. Eb en vloed zijn de twee extremen van de getijden.
  413. Walvissen zijn zoogdieren die in het water leven.
  414. Wielrenners scheren vaak de haren op hun been.
  415. Sinterklaas heeft een lange, grijze baard.
  416. Zwarte Piet zorgt recent voor veel controverse.
  417. Ze had nog een vergadering en was pas laat thuis van het werk.
  418. Mijn zus is morgen jarig maar ik moet haar cadeautje nog inpakken.
  419. In België gebruiken ze een azerty toetsenbord.
  420. Slaap jij nog met knuffels in bed?
  421. Ik ben de sleutels van mijn auto verloren.
  422. Papagaaien kunnen heel oud worden.
  423. Dat vliegtuig heeft een noodlanding gemaakt.
  424. De Himalaya is het hoogste gebergte ter wereld.
  425. In de komende decennia kunnen we de eerste bemande marsmissies verwachten.
  426. Het is onduidelijk wat er met het internationale ruimtestation gaat gebeuren na 2025.
  427. Bij de start van het jaar 2000 was het onduidelijk wat er met computers ging gebeuren door de verwachte millenniumbug.
  428. De stroom is uitgevallen nadat de zekering gesprongen is.
  429. Die Ferrari is zijn paradepaardje.
  430. Iedereen van die generatie is opgegroeid met de avonturen van Harry Potter.
  431. Kuifje is een bekend stripfiguur in België.
  432. Suske en Wiske hebben door de jaren heen al veel avonturen beleefd, zowel in binnen België als in het buitenland.
  433. Ik heb die plant in het weekend verpot.
  434. Vergeet niet iedere week je planten water te geven.
  435. De boer ploegt zijn veld om met een tractor.
  436. Ze groep trok te voet over het gebergte, maar hun bagage werd gedragen door ezels.
  437. Een muilezel is een kruising tussen een paard en een ezel.
  438. Een muilezel kan zich niet voortplanten.
  439. De evolutieleer verklaart de evolutie vanaf de eerste eencellige wezens tot de huidige mensen.
  440. De les van die prof aan de universiteit was een echte openbaring.
  441. Ik moet dringend mijn nagels eens knippen.
  442. Ik heb die tocht afgelegd op stapschoenen.
  443. Ze hebben het wegdek opengebroken om een nieuwe rioleringsbuis te plaatsen.
  444. Ons huis warmt te veel op in de zomer dus hebben we een nieuwe zonnewering laten plaatsen.
  445. Om zijn slaapkamer af te koelen in de zomer hebben zijn ouders een dakraam laten installeren.
  446. Ik heb mij dat altijd al afgevraagd.
  447. Douche jij je iedere ochtend?
  448. Blijf op het voetpad en steek enkel over via een zebrapad.
  449. Er liepen enkel zwervers over de straat.
  450. Het was muisstil in de kamer.
  451. Hij liep op de tippen van zijn tenen.
  452. Ze had haar elleboog tegen de muur gestoten.
  453. Toen ze 's ochtends wakker werd had ze kramp in haar nek.
  454. Ze is een bekend model.
  455. Het was een mooie winteravond en er kwam rook uit de schoorsteen.
  456. Roken in restaurants is tegenwoordig verboden in de meeste Europese landen.
  457. In het Verenigd Koninkrijk betalen de mensen met de pond.
  458. De Berlijnse muur was lang de grens tussen Oost -en West-Duitsland.
  459. In de tweede wereldoorlog zijn er veel onschuldige burgers gestorven.
  460. Nooit oorlog zonder wapens is een ezelsbruggetje om de vier windstreken te onthouden.
  461. In die tijd konden ze enkel navigeren met kaart en kompas.
  462. De getijden worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan.
  463. Kleine kasseien worden ook soms kinderkopjes genoemd.
  464. Bij de inrichting moet je kiezen tussen verven of behangen.
  465. Je moet geen schrik hebben van spinnen.
  466. De angst voor spinnen wordt ook wel arachnofobie genoemd.
  467. Blad, steen, schaar wordt vaak gebruikt om een keuze te beslechten.
  468. Ik heb mijn knie tegen de tafel gestoten.
  469. Kook jij vaak?
  470. Niet iedereen ruimt de uitwerpselen van zijn huisdier op, op straat.
  471. Ik heb een trampoline gekocht voor mijn kinderen.
  472. Voor haar 40ste verjaardag hebben we haar in de bloemetjes gezet.
  473. Er kwam bijna geen zonlicht door de kruinen van de bomen.
  474. Het licht was fel dus heb ik mijn zonnebril opgezet.
  475. Tijdens de verbouwingen is er een muur ingestort.
  476. De piraten hebben het schip gekaapt.
  477. Als voorbereiding ga ik joggen in het park.
  478. Kan je het licht dimmen?
  479. De blauwe plek had alle kleuren van de regenboog.
  480. Sneeuw is altijd wit.
  481. Voor een begrafenis dragen de meeste mensen zwarte kleren.
  482. Oranje is de nationale kleur van Nederland.
  483. De Belgische vlag is zwart, geel en rood.
  484. De kleur paars komt niet vaak voor in de natuur.
  485. Ze hadden hun gevel in bordeaux geschilderd.
  486. De zee was azuurblauw.
  487. Hout dat je buiten laat liggen is initieel bruin, maar verkleurt daarna naar grijs.
  488. Hun zware eiken tafel was enorm zwaar.
  489. Dat liep niet van een leien dakje.
  490. Een Sheriff komt vaak voor in verhalen in het Wilde Westen.
  491. Kan jij paardrijden?
  492. Toen ze jong waren hadden ze samen een boomhut gebouwd.
  493. De bokser heeft in de derde ronde de genadeslag gekregen.
  494. De hangbrug was oud en hij is door de vermolmde plank gezakt.
  495. De haaien hebben de zeehond opgegeten.
  496. De hoeveelheid ijs op de noordpool daalt jaar na jaar.
  497. De Aboriginals zijn de oorspronkelijke bewoners van Australië.
  498. Ik heb een blog over kunst.
  499. De kussens in dat hotel waren niet dik genoeg.
  500. Ik heb het gras gemaaid met de grasmaaier.
  501. Ik doe de strijk met het strijkijzer.
  502. Met jachtgeweren werd er op kleiduiven geschoten.
  503. In dat kanaal is ooit een meisje verdronken.
  504. God heeft de tien geboden aan de mensen bekendgemaakt via Mozes.
  505. Het christendom, het jodendom en de islam delen een gemeenschappelijke afkomst.
  506. Volgens de islam is Jezus een profeet terwijl het christendom hem als de zoon van God beschouwt.
  507. De koning en koningin paraderen door de stad.
  508. Vroeger had dat dorp een omwalling.
  509. Ridders, jonkvrouwen en kastelen waren typisch in de middeleeuwen.
  510. Het aantal landbouwers blijft dalen.
  511. In de lagere school hebben we allemaal blokfluit gespeeld.
  512. Als je computer niet werkt moet je even controleren of de stekker wel in het stopcontact steekt.
  513. De dirigent heeft het orkest uitstekend geleid.
  514. Leiden en lijden zijn twee verschillende woorden.
  515. De zinsbouw is belangrijk in een goede redevoering.
  516. De Franse president heeft een nieuwe maatregel aangekondigd.
  517. Er zijn opnieuw enkele gemeenten gefuseerd.
  518. Je kan zowel stroom creëren met kernsplitsing als kernfusie, maar de technologie voor kernfusie is nog experimenteel.
  519. Het is soms moeilijk om haar gedachtegang te volgen.
  520. Hij heeft economie gestudeerd.
  521. Zij is ingenieur van opleiding.
  522. Hij heeft een paar vakken over psychologie gevolgd.
  523. Die stof is Chinees voor mij.
  524. Schorpioenen leven in de woestijn.
  525. Een fata morgana is een optische illusie.
  526. Ik heb vanmorgen ontbijtgranen gegeten als ontbijt.
  527. Astronomie en astrologie zijn twee totaal verschillende dingen.
  528. De topsnelheid is meer dan 200 kilometer per uur.
  529. Ik heb een tros druiven gekocht in de supermarkt.
  530. Ik eet dagelijks een banaan als vieruurtje.
  531. Een appeltje voor de dorst.
  532. Van appelsienen kan je appelsiensap maken.
  533. De motor van dat voertuig is oververhit.
  534. Ik hou van kiwi's.
  535. Peren kan je in België telen.
  536. De ring rond Brussel zit vaak vast.
  537. Europa exporteert veel groenten en fruit.
  538. Ik lust geen pannenkoeken.
  539. Ik ben allergisch aan pollen.
  540. Ik heb last van hooikoorts.
  541. Pruimen maken je flatulent.
  542. Onze verre voorouders waren holbewoners.
  543. In Papoea-Nieuw-Guinea leven nog primitieve stammen.
  544. Mensen die elkaar opeten noemen we kannibalen.
  545. Die maaltijd was peperduur.
  546. Hoeveel zinnen kan je maken?
  547. Dat is een retorische vraag.
  548. Je vraagt je soms af wat de frequentie is van bepaalde woorden.
  549. Kashmir is ontzettend zacht.
  550. Wol wordt gemaakt van de vacht va schapen.
  551. Rupsen zijn de larven van een vlinder.
  552. Een kikker is koelbloedig.
  553. Zoogdieren zijn warmbloedig.
  554. Kan je me het peper en zout even passeren?
  555. Is het niet te warm hier binnen?
  556. Wat is je temperatuur?
  557. Als je koorts hebt is je lichaamstemperatuur boven de 38 graden.
  558. Om een misdaad aan te geven moet je naar de politie gaan.
  559. Zij is tegen een politiewagen gebotst.
  560. Was je je haren elke dag met shampoo?
  561. Parket moet je stofzuigen, tegels moet je dweilen.
  562. Op grote hoogte zit er minder zuurstof in de lucht.
  563. Aluminium blikjes kan je volledig recycleren.
  564. Afval wordt verbrand in die centrale.
  565. Het was zo koud dat de rivier is dichtgevroren.
  566. Het vriest dat het kraakt.
  567. De dag start grauw en grijs, maar in de namiddag zijn er brede opklaringen.
  568. Je moet opletten tijdens het autorijden als je door een mist ank rijdt.
  569. De sneeuw en aanvriezende mist kan voor gladde wegen zorgen.
  570. De vrachtwagens zijn al vroeg uitgereden om preventief zout te strooien.
  571. De zool van mijn schoen is aan het lossen.
  572. De politie heeft drugs gevonden in dat gekraakte pand.
  573. Florida ligt op een schiereiland.
  574. De Verenigde Staten en Canada hebben een handelsakkoord gesloten.
  575. Zij bouwt bruggen.
  576. Brussel is de onofficiële hoofdstad van Europa.
  577. De dokter heeft mij mijn ziekte uitgelegd in moeilijk jargon.
  578. Het wordt vaak gezegd dat de huid het grootste orgaan is.
  579. Mensen stammen af van de apen.
  580. Hij heeft niet veel gevoel voor humor maar toch probeert hij vaak mopjes te maken.
  581. De berghut lag boven de boomgrens.
  582. Corsica maakt deel uit van Frankrijk.
  583. Onze poetsvrouw gebruikt een schoonmaakproduct op basis van azijn.
  584. Onze poetsman heeft die vlek eruit gekregen.
  585. Zij draagt altijd een helm als ze met de motorfiets rijdt.
  586. Elektrische scooters zijn zeer performant.
  587. Hij is een zeer energetisch persoon en zit boordevol positieve energie.
  588. Die oplossing is niet bijster efficiënt.
  589. Die treinverbinding heeft altijd vertraging.
  590. Tweelingen en drielingen komen niet vaak voor.
  591. Mijn veter is stuk.
  592. De inbreker heeft ingebroken op klaarlichte dag.
  593. Zij droeg de balk op haar schouder.
  594. De kleren maken de man.
  595. Hij had een satijnen kostuum gekocht.
  596. We gaan volgende week op familieweekend met ons gezin.
  597. Vandalen hebben mijn auto gevandaliseerd.
  598. Zat er post in de brievenbus?
  599. Zij streeft steeds naar perfectie.
  600. Om het vuur te doven gebruik je best een brandblusser.
  601. Alle ruiten zijn gebroken nadat die straaljager vlak boven het dorp door de geluidsmuur is gebroken.
  602. De overledene werd begraven op het kerkhof.
  603. Hij zou zich omdraaien in zijn graf.
  604. De begrafenisondernemer stelde een eiken doodskist voor.
  605. Dat is een mooie vlinder.
  606. Die tunnel is deels geboord en deels uitgehouwen uit de bergen.
  607. Ik heb teveel gegeten.
  608. Er is niets aan de hand.
  609. Slangen kunnen giftig zijn.
  610. Sommige mensen zijn allergisch aan een bijensteek.
  611. Bijen kunnen sterven van bepaalde pesticiden.
  612. Oog om oog, tand om tand.
  613. Kom jij goed overeen met je collega's?
  614. Waar gaat u naartoe?
  615. Is dat jouw pen?
  616. Audi is een bekend merk van wagens.
  617. Zwitserland blijft vaak neutraal in politieke geschillen.
  618. Ik ben geld gaan afhalen in de bank.
  619. Heb jij een automatische versnellingsbak?
  620. Er lag een lijk in zijn koffer.
  621. Zetelverwarming is enorm comfortabel in de winter.
  622. Herfst is het enigste woord in het Nederlands dat eindigt op vier medeklinkers.
  623. Zijn oom is soldaat in het leger.
  624. Haar tante is kolonel geworden.
  625. In de tweede wereldoorlog zijn tanks gebruikt.
  626. Ik moet nog even tanken in het benzinestation.
  627. We zijn naar het circus geweest en de acrobaat deed ongelooflijke dingen.
  628. Zij heeft een uitgebreide woordenschat.
  629. Hij spreekt Frans, Nederlands, Engels en Duits.
  630. Zij heeft een talenknobbel.
  631. Op een koude winterdag gaat er niets boven een warme choco met slagroom.
  632. Zijn broek was nat nadat hij in een plas water was gestapt.
  633. De luide knal van de explosie zinderde nog na in zijn oren.
  634. Zij is voorzitster van de raad van bestuur.
  635. Schoenmaker, blijf bij uw leest.
  636. Wacht, ik zal je de geluidsfragmenten nog eens laten horen.
  637. Eet jij een hamburger met mes en vork of met je handen?
  638. Het bestek vind je in de lade en de borden liggen in de kast erboven.
  639. Zet je kopje maar op het bijzettafeltje.
  640. De kinderen zaten allemaal in kleermakerszit op de grond.
  641. Kunnen jullie allemaal in een kring gaan staan?
  642. Pech, we zullen moeten wachten op de volgende bus.
  643. Mijn lief snurkt bijna iedere nacht.
  644. Het water sijpelt binnen door de muren.
  645. Hij was het brein achter die criminele organisatie.
  646. Gebruik toch eens je verstand!
  647. De dokter heeft hem hersendood verklaard.
  648. Ik heb een taart gebakken in de oven.
  649. Kan je snel water koken voor de pasta?
  650. Ik heb het vlees gebakken in de pan.
  651. Mijn tuin is een echte oase van rust.
  652. Voor je met die roestige nagels werkt kijk je best even na of je bent ingeënt tegen tetanus.
  653. Heb jij al de vaccinatie tegen gele koorts gekregen?
  654. Het is jammer dat er zoveel olifanten gedood worden voor hun ivoren slagtanden.
  655. Ik heb een horloge gekregen voor mijn achttiende verjaardag.
  656. Ik heb nog nooit in een luchtballon gevlogen.
  657. Ze zijn op de zee gaan varen met een zeilboot.
  658. Ik heb beide opties gewikt en gewogen, maar ik heb nog steeds geen keuze gemaakt.
  659. De bestuurder heeft een voetganger omver gereden en daarna vluchtmisdrijf gepleegd.
  660. Wat een zondagsrijder.
  661. Hallo, hoe gaat het met jou?
  662. Dat is nog maar het tweede concert van die groep.
  663. Sigaretten roken is ongezond.
  664. Hij zat dronken achter het stuur.
  665. Als je batterij plat is dan moet je ze opladen.
  666. Je kapper heeft je haren mooi geknipt.
  667. Heb je gel in je haren gedaan?
  668. Men zegt dat geld niet gelukkig maakt.
  669. Welk gerecht heb je gekozen uit het menu?
  670. Drink je ook een glaasje wijn?
  671. Dat boek bevat het volledige werk van die dichter.
  672. Het rubberen bootje is terecht gekomen in een stroomversnelling.
  673. Ik heb de folders laten printen bij de drukker.
  674. Als voorgerecht eten we kaas met een glaasje wijn.
  675. Het hoofdgerecht is een koninginnenhapje.
  676. Er was een probleem met het hoogspanningsnetwerk.
  677. Stroom, spanning en weerstand zijn begrippen rond elektrische netwerken.
  678. Koper is een goede geleider.
  679. Glas is een goede isolator.
  680. Onze architect heeft een goed plan getekend.
  681. Die film draait momenteel in de bioscoop.
  682. We hebben lang geleden samen in de kleuterschool gezeten.
  683. Zij was zo trots als een pauw op haar prestatie.
  684. De vochtige lucht condenseert tegen het koude raam.
  685. Ik viel van mijn stoel van verbazing.
  686. En ronde kamer heeft geen hoeken.
  687. De overname is in kannen en kruiken.
  688. Het is tijd om naar huis te gaan.
  689. Hier voel ik mij thuis.
  690. De houdbaarheidsdatum is verstreken.
  691. Ze viel met de deur in huis.
  692. Hij heeft de velgen van zijn wagen gepoetst.
  693. Dat staat als een paal boven water.
  694. Frisdrank en andere zoetigheden zijn niet goed voor je tanden.
  695. Kinderen snoepen te veel.
  696. De rechter heeft het vonnis uitgesproken.
  697. Zijn oog was ontstoken.
  698. Er was een vuiltje achter zijn lens terecht gekomen.
  699. Zet je die afspraak in je kalender?
  700. We spreken af om zes uur.
  701. Heb jij nog een papieren rijbewijs?
  702. De fotograaf heeft een pasfoto getrokken.
  703. Ze hebben hem de laan uitgestuurd.
  704. Haar hart stond even stil.
  705. De impact had twee van haar ribben gebroken.
  706. Ze had hem aan de haak geslagen.
  707. De paters bouwden bier.
  708. De grens werd bewaakt.
  709. De loodgieter heeft het lek gedicht.
  710. Ze heeft vriendelijk bedankt voor de uitnodiging.
  711. De slotgracht rond het kasteel stond droog.
  712. Het zijn twee vrolijke vrienden.
  713. Bij het zien van dat insect gingen de haren op mijn rug rechtstaan.
  714. Ze kregen champagne bij hun aankomst in het hotel.
  715. Ze was zeer loyaal ten opzichte van haar baas.
  716. De doelman kon die goal onmogelijk vermijden.
  717. Het ruimteschip was bij de lancering ontploft.
  718. De communicatie verloopt via een geostationaire satelliet.
  719. De croque monsieur was verrukkelijk.
  720. De steak doet hem watertanden.
  721. Is dat rundvlees of varkensvlees?
  722. Is kebab altijd halal?
  723. Is je voornaam Peter?
  724. Mijn achternaam is Peeters.
  725. Er zitten vierentwintig uren in een dag.
  726. De aarde draait eenmaal per jaar rond de zon.
  727. De zon is niet de enige ster in het universum.
  728. Het gedacht aan die lekkernijen deed hem watertanden.
  729. De secretaresse gaf hem een koekje van eigen deeg.
  730. Ze had te veel lippenstift gebruikt.
  731. Haar mascara was uitgelopen.
  732. De muntstukken waren op in die automaat.
  733. Je kan wat snacks gaan kopen in de nachtwinkel.
  734. Het ligt op het bovenste schap.
  735. Hij was onschuldig en is vrijgesproken.
  736. Gewoon jezelf blijven.
  737. Dat is een goed nummer.
  738. Dat zijn mooie antieke meubels.
  739. Is dat echte natuursteen?
  740. Er is veel lichtinval in jullie huis.
  741. Zijn vader heeft nog in een steenkoolmijn gewerkt.
  742. Een aangename kennismaking.
  743. De keuken moet gerenoveerd worden.
  744. Zou je dat wel kopen?
  745. Is er hier enkel -of dubbelglas?
  746. Het vuur knettert gezellig in de woonkamer.
  747. Er zit veel kalk in ons leidingwater.
  748. Is er nog veel werk aan je huis nu de ruwbouw af is?
  749. Ze hebben zowel vegetarische als veganistische gerechten.
  750. Ik heb dat album nog ooit op vinyl gekocht.
  751. Ga je wel eens kamperen met een tent?
  752. Ze trok de splinter eruit met een pincet.
  753. Hij veegde de kamer schoon met een bezem.
  754. Trek het je niet aan.
  755. Gaat je dochtertje al naar school?
  756. Mijn jongste gaat nog naar de kleuterklas.
  757. Welke dag is het vandaag?
  758. In januari begint het jaar.
  759. Februari kan 28 of 29 dagen tellen, afhankelijk van het jaar.
  760. In een schrikkeljaar heeft februari 29 dagen.
  761. Maart heeft 31 dagen.
  762. Op één april mag je mopjes maken.
  763. Op 1 mei is het de dag van de arbeid.
  764. In mei leggen alle vogels een ei.
  765. Juni is de zesde maand van het jaar.
  766. Juli is de eerste maand van de grote vakantie.
  767. Augustus is vernoemd naar de gelijknamige Romeinse keizer.
  768. September is de laatste maand van de zomer en meteen ook het begin van de herfst.
  769. Oktober is de tiende maand, maar de naam komt van het Latijnse woord voor acht.
  770. In november herdenken we de doden.
  771. December is de laatste maand van het jaar.
  772. We werken van maandag tot vrijdag, maar op zaterdag en zondag hebben we ons weekend.
  773. Iedere dinsdag gaan we naar de dansles.
  774. Elke woensdag is er markt op het plein.
  775. Op donderdag doe ik karate.
  776. Je slaat de spijker op de kop.
  777. Met behulp van een schroevendraaier heb ik de schroef uiteindelijk los gekregen.
  778. Hij had naast de nagel geslagen met de hamer en zijn vingers geraakt.
  779. Mijn kelder steekt vol met rommel.
  780. Na hun studies zijn ze direct samen gaan wonen.
  781. Zij is directrice op die school.
  782. Ze had zich gesneden aan dat blad papier.
  783. Ze gaf hem een zoen op zijn wang.
  784. Op die snelweg starten we een pilootproject voor de trajectcontrole.
  785. De wortels van een wijnstokken kunnen enorm diep gaan.
  786. Zijn trui was tot op de naad versleten.
  787. Hij had een hart van goed.
  788. Ze maakte van haar hart een steen.
  789. Hij heeft zijn hele leven hard gespaard en is dan alles kwijtgeraakt met één foute belegging.
  790. Volleybalspelers zijn vaak groter dan twee meter.
  791. De trainer van de voetbalploeg was altijd op tijd.
Advertisement
Add Comment
Please, Sign In to add comment
Advertisement