Tijdens de laatste warme dagen van de zomer meldt Pieter (14 jaar) meldt zich bij de huisarts vanwege toenemende kortademigheid en piepen, vooral ‘ s nachts en tijdens het sporten. In het verleden is de diagnose astma gesteld door de longarts.
Volgens de medicatiehistorie is hij ingesteld op fluticason (50 μg 2 dd 1 inhalatie) en salbutamol (100 μg, zo nodig tot 4 dd 1 inhalatie).  Tijdens het bezoek noteert de huisarts een aantal waarnemingen:

1.	Pieter is aan begin van de zomer gestopt is met de fluticason-inhalaties, omdat hij geen last meer had van zijn klachten.
2.	In plaats daarvan gebruikt hij een dubbele dosis van de salbutamol-inhalaties. Pieter merkt dat hij salbutamol steeds vaker en sneller nodig heeft.
3.	Pieter trilt een beetje met zijn handen, terwijl hij niet gespannen lijkt. Bij navraag blijkt dat hij hier vaker last van had in de afgelopen periode.