Advertisement
Guest User

Untitled

a guest
Jan 23rd, 2018
117
0
Never
Not a member of Pastebin yet? Sign Up, it unlocks many cool features!
text 13.77 KB | None | 0 0
  1. Ik, ik ben Jonas Verliet een achtien jarige jongen en mijn leven is vrij normaal.
  2. Met normaal bedoel ik dat mijn leven vrij saai is.
  3. Altijd dezelfde routine.
  4. Ik word wakker rond de middag, ik eet tijdig en ik game dan verder tot vijf uur 's nachts.
  5. Mijn ouders zijn hier niet blij mee en leveren wel kritiek.
  6. Ze zeggen vaak dat ik moet weggaan met vrienden..
  7. dat het niet gezond voor me is om me op te sluiten...
  8. Maar het probleem is dat ik wel met vrienden wil weggaan maar voor zover ik het weet heb ik die niet.
  9. Nee, ik zit liever veilig op mijn kamer.
  10. Mijn paleis, waar alleen ik zeg wat ik wel en niet mag doen.
  11. In mijn kamer ben ik de koning maar...
  12. In de ogen van de maatschappij ben ik een nerd...
  13. Volgens anderen ben ik dan weer een loser.
  14. Op school werd ik dan ook gepest.
  15. De pesterijen waren dan ook zowel fysiek als mentaal heel zwaar te dragen.
  16. Ze wachten me op na school en zeiden me mijn lunch geld af te geven.
  17. School was dan ook geen pleziertje, daarom heb ik besloten om te stoppen met school.
  18. Dat bracht ook zijn problemen met zich mee want nu moet ik opzoek naar werk.
  19. Echter het enige talent dat ik heb is gamen.
  20. Ja hoor ik ben een achtienjarig gamertje en veel heb ik nog niet bereikt.
  21. Niet dat ik niet goed ben in wat ik doe, ik heb gewoon nog geen kans gehad om mezelf te bewijzen.
  22. Ik heb dan ook maar geprobeerd te stoppen, maar mijn poging was tevergeefs.
  23. Ik had geen moeite om niet te gamen.
  24. Het probleem was dat ik me verveelde en ik moest mijn tijd toch verdrijven.
  25. Van een sociaal leven was geen spraken en famillie leden hadden hun eigen plannen.
  26. Ik had geen vrienden en hoewel ik me vaak stoer voor kan doen...
  27. Heb ik nog nooit een vriendin gehad.
  28. Meisjes vonden mij raar en lelijk en bleven op een veilige afstand.
  29. Ze beoordeelde mij omdat ze hier populairder van werden... al heb ik dit leren negeren.
  30. Vroeger maakte het me vaak boos alsof er iets in me knapte alsof ze me behandelde als een hond.
  31. Nu vind ik dat ze de waarheid spreken.
  32. Ik ben niet mooi, slim of extreem goed in iets, nee.
  33. Ik ben een verlegen jongetje dat niet met mensen kan omgaan.
  34. Ik? Ik vind mensen raar.
  35. We hebben alles wat we moeten hebben maar doen alles voor meer.
  36. Nee hoor, geef mij maar mijn computer. Die laat me met rust en kan me geen pijn doen.
  37.  
  38. Ik ben een starcraft 2 speler en ik doe mijn best om door te breken.
  39. Ik probeer dan ook altijd bij evenementen te zijn maar ook daar val ik buiten het bootje.
  40. Binnenkort is het weer een toernooi waar ik aan mee wil doen.
  41. Maar dit toernooi is belangrijker.
  42. Dit toernooi is mijn kans, als ik dit win mag ik misschien naar Amerika.
  43. Dan kan ik eindelijk weg hier.
  44. Zou het kunnen? Zou ik echt opnieuw kunnen beginnen?
  45. De gedachten aan opnieuw beginnen beviel me wel.
  46. Niet dat het thuis niet goed zit.
  47. Mijn ouders zijn eigenlijk heel lief en hebben me heel lang verwend.
  48. Alleen begrijpen ze niet waarom ik game en krijg ik van hun geen steun.
  49. Mijn ouders willen dat ik een baan ga zoeken zodat ik voor mezelf kan zorgen.
  50. Ze willen van me af althans dat is hoe het voelt, wat ik enigszins wel kan begrijpen.
  51. Al weten ze niet wat ik doe en wat ik ermee kan winnen.
  52. Als ik het toernooi win is het zover!
  53. Misschien zijn ze binnenkort van mij af!
  54. Maar tot dan zal ik moeten werken aan mijn talenten.
  55. Niet dat ik niet goed ben in starcraft.
  56. Ja hoor, in starcraft was ik altijd al een talentje.
  57. Ik doe er dan ook het nodige voor.
  58. Ik train dagelijks meer dan acht uur per dag.
  59. Ik verwaarloos mijn lichaam en geef mijn sociaal leven ervoor op of althans de kans op een sociaal leven.
  60. Daarom slaap ik ook niet veel, wat er misschien voor zorgt dat mijn ouders zo humeurig zijn.
  61. Mijn ouders zeggen het beste voor mij te willen.
  62. Ze willen dat ik trotser ben, ze willen dat ik mijzelf volwassener ga kleden..
  63. Wat is er mis met een short en een t-shirt?
  64. Wat is er mis met mijn stijl?
  65. Waarom mag mijn haar niet langer zijn?
  66. Nee, hier heb ik geen tijd voor ik moet me concentreren.
  67. Nog eventjes en het is zover ik moet het maken.
  68. Dit is mijn ticket naar de top!
  69. Eerst even ontbijten en daarna trainen.
  70. Als ik vanaf nu iedere nacht tot vier uur 's nachts oefen zal het mij wel lukken.
  71. Laat ik alvast david sturen dat ik online kom.
  72. David is mijn beste vriend en partner in crime.
  73. Althans dat is hij als we online zijn.
  74. Zijn we buiten kennen we elkaar niet, hij wil niet met me gezien worden.
  75. Ik kan wel met hem praten zolang het maar niets te serieus is.
  76. Ik trek het me niet echt aan, ook zonder hem kom ik aan de top.
  77. Hij mag dan wel goed zijn, ik ben beter.
  78.  
  79. Al denkt david zelf vaak van niet, bewijs ik hem vaker van wel.
  80. Hij roept teveel waardoor hij zijn concentratie verliest en hij vergeet te kijken naar zijn fouten.
  81. Ik daarintegen analyseer mijn fouten en wil tot het uiterste gaan.
  82. Maar hoewel ik rustig ben en alles analyseer zijn David en ik zeer verschillend.
  83. David is een pestkop, die veel vrienden heeft en de band met zijn ouders verwaarloosd.
  84. Iemand met een grote mond maar niet veel hersenen.
  85. Al denk ik dat zijn gedrag voortkomt uit zijn thuissituatie.
  86. Zijn ouders drinken veel, dus als kind kwam hij vaak naar ons toe zodat zijn ouders hem niet sloegen.
  87. Ik? Ik ben een rustig iemand die liever opzichzelf is.
  88. We waren ook goede vrienden en zagen elkaar bijna iedere dag.
  89. maar in het middelbaar zijn we uit elkaar gegroeid.
  90. Hij begon met roken en drinken en leerde andere mensen kennen, ik bleef echter alleen over.
  91. Niet dat ik daar erg mee zat, ik had weer een belangrijke les geleerd.
  92. Mensen zijn niet te vertrouwen en zullen altijd voor zichzelf kiezen.
  93. Wat ook ergens logisch klinkt, ik kies ook voor mezelf als het moet.
  94. We moeten tenslotte ook kunnen overleven.
  95. Uiteindelijk is al wat we hebben onszelf.
  96. Vaak vraag ik me dan wel is af wat het nut van het leven is.
  97. Is het het wel waard om nog verder te gaan?
  98. Is het nog nodig om pijn te lijden?
  99. De laatste keer dat ik zo dacht liep het fout.
  100. Leven werd overleven en daar had ik geen zin in.
  101. Als ik niet gewoon mijn leven kon leiden moest het maar ophouden.
  102. Dus ik probeerde het te laten ophouden..
  103. Ik ging naar het station en had alles ingepland.
  104. Om elf uur 's nachts ging er niemand zijn en dan kwam de laatste trein.
  105. Om elf uur 's nachts ging ik stoppen met leven.
  106. Maar toen ik aan het spoor stond met tranen in mijn ogen...
  107. Kon ik mezelf overhalen dat alles goed ging komen.
  108. De volgende dag daarintegen waren david en zijn vriendjes me aan het opwachten.
  109. Dat deden ze regelmatig maar hij bood zijn excuses altijd aan op starcraft waardoor het leven gewoon weer verder ging.
  110. Niet dat ik niet sterk was of niet kon terugvechten.
  111. Maar de fysieke pijn die ik voelde als ze me sloegen verzachte de mentale pijn van eenzaamheid.
  112.  
  113. Want hoewel ik een computer heb kan de eenzaamheid heel confronterend zijn.
  114. Zolang de computer op staat merk ik er niets van maar...
  115. Vanaf het moment dat ik ga slapen stort mijn hele wereld in.
  116. Dan voel ik de leegte die ik al mijn hele leven bij me draag.
  117. Niet dat ik geen liefde krijg, mijn ouders geven me meer dan genoeg liefde.
  118. Maar hoewel mijn ouders hun best doen om me geliefd te doen voelen blijven het wel ouders.
  119. Ik zal altijd van hen houden maar nooit kunnen koesteren zoals een vrouw.
  120. Ik zal ze nooit op dezelfde manier lief kunnen hebben.
  121. Nooit die liefde kunnen voelen voor hun.
  122. Ik weet dan ook niet wat liefde is.
  123. Ik heb het wel vaak gezien op televisie maar ik vind het te geacteerd.
  124. Boeken daarintegen beschreven de emoties voor mij altijd perfect.
  125. Een goed boek kan me dan ook bezig houden voor een paar nachten.
  126. Ik analyseer dan iedere pagina aandachtig en probeer tussen de zinnen te lezen.
  127. Maar daar heb ik nu geen tijd voor.
  128. Het toernooi komt er aan en ik heb nog veel te doen.
  129. Ik moet mijn techniek nog bijschaven dus nu zal ik David moeten negeren.
  130. Hij wil graag samen met mij trainen en hoewel ik dat wel zou willen...
  131. Speelt hij op een veel lager niveau waardoor ik niets bijleer.
  132. Dus train ik het liefst alleen tegen sterkere spelers.
  133. Hij zou het toch moeten begrijpen? Het is tenslotten één tegen één, wat misschien maar beter is.
  134. Als ik met hem zou moeten vechten, zij aan zij, zouden we verliezen.
  135. We zitten op een verschillend niveau, hij zou me alleen maar bij de prijs weghouden.
  136. Dat kan ik niet toestaan...
  137.  
  138. Nee, Deze keer moet ik alles geven.
  139. Deze keer moet het lukken.
  140. Als het nu niet lukt ben ik terug bij het begin.
  141. Dan ben ik een nietsnut.
  142. Ik moet winnen, ik moet het winnen!
  143. Het is alles of niets dus moet ik meer oefenen.
  144. Maar wat als het me niet lukt?
  145. Wat als ik niet goed genoeg ben of als er een proffesional meespeelt?
  146. Ben ik wel goed genoeg om tegen de beste te strijden?
  147. Het toernooi is dit weekend en ik moet nog veel doen.
  148. Als ik niet voorbereid ben is het voor niets geweest.
  149. Ik moet me grondig voorbereiden.
  150. Want dit toernooi is dan ook niet zomaar een toernooi.
  151. Dit bepaalt of ik wel verder wil met ademen of niet.
  152. Het toernooi bepaalt mijn leven.
  153. Als dit niet lukt is alles voor niets.
  154. Dan heb ik al mijn tijd verspild voor niets.
  155. Dit moet lukken, ik heb geen andere opties.
  156. Nee, Ik moet alles geven en laten zien wat ik kan.
  157. Ik heb nog drie dagen om te oefenen, nog drie hele dagen om me voor te bereiden.
  158. Als ik nu een hele nacht door doe?
  159. Dan kan ik nog een nacht slapen!
  160. Dat is het zo kan ik voldoende oefenen!
  161. Zo zal het mischien toch nog lukken.
  162.  
  163.  
  164. HET TOERNOOI !
  165.  
  166. Het is zover ik ben er klaar voor.
  167. Twaalf blikjes redbull en een hele kan koffie zouden genoeg moeten zijn.
  168. Dit is de laatste dag dat ik kan oefenen.
  169. Mischien is David online dan kan ik tegen hem oefenen.
  170. Of mischien moet ik kijken voor een betere tegenstander.
  171. Iemand die mij weerstand kan bieden.
  172. Tenslotte zullen ze me allemaal weerstand bieden op het toernooi.
  173. Ze zullen allemaal hun best doen.
  174. Ze zullen het me allemaal moeilijk maken maar ik moet mijn best doen..
  175. Tot dan moet ik oefenen, games analyseren..
  176. Volgens mij wordt dit nog een heel lange nacht.
  177. Maar terwijl ik dit zeg hapert mijn computer een beetje.
  178. Althans dat is wat ik denk want ik vind geen tegenstanders.
  179. David is offline en ik vind geen tegenstanders.
  180. Zo kan ik niet oefenen wat moet ik nu doen!?
  181. Waarom duurt het zo lang om een tegenstander te vinden.
  182. Valt de internet nu uit of beeld ik me dit nu allemaal in?
  183. Niet nu, niet nu! Ik kan nu geen tegenslagen hebben!
  184. Alles moet perfect zijn vandaag.
  185. Waarom werkt het internet net nu tegen.
  186. Eindelijk.. Dat duurde even, na vijf minuten vind ik eindelijk een tegenstander...
  187. Eindelijk kan ik oefenen, wat haat ik mijn internet toch zo.
  188. Was het wel men internet of was ik me gewoon dingen aan het inbeelden ?
  189. Genoeg gezeurd nu, ik schiet maar beter op morgen is het de grote dag.
  190. Morgen begint de eerste ronde... ben ik er wel klaar voor ?
  191.  
  192. Na een hele nacht te oefenen is het me teveel mischien zou ik beter gaan slapen.
  193. Als ik nu ga slapen ben ik optijd wakker, dan kan ik me nog opwarmen.
  194. Laat ik maar een poging doen om te proberen slapen.
  195. Maar terwijl ik probeer te slapen maken me gedachten me onrustig.
  196. Wat gebeurt er als ik win?
  197. Ik zal toch winnen hé?
  198. Ben ik wel goed genoeg om hieraan deel te nemen.
  199. Mischien moet ik toch nog even oefenen.
  200. Of moet ik net toch proberen slapen en men krachten sparen.
  201. Ja dat is het ik moet proberen slapen.
  202. Morgen ben ik op mijn best.
  203. Dus gewoon terug in het bed gaan liggen en voorbereiden op morgen.
  204. Maar van slapen was er weinig spraken... Het was een heftige nacht.
  205. Het duurde even voordat ik in slaap viel waarna ik nog getreiterd werd met nachtmerries.
  206. Ik kan dit soort dingen nu niet veroorloven.
  207. Nee, nu moet ik goed ontbijten en beginnen met opwarmen.
  208. Terwijl ik mijn ontbijt klaar maak en een kopje koffie neem besef ik dat de dag me toe lacht.
  209. De zon schijnt en hoewel ik slecht heb geslapen voel ik me toch goed.
  210. Als mijn ontbijt klaar is neem ik rustig de tijd om te eten en een aantal strategiëen te bedenken.
  211. Ik voel het, vandaag gaat het lukken.
  212. Ik ben er klaar voor en ik voel de adrenaline door m'n hele lichaam pompen... dit is mijn moment.
  213. Ik start de computer op die er weer rustig zijn tijd voor neemt.
  214. Ik zet mij toetsenbord goed en denk na over mogelijke tegenstanders.
  215.  
  216. Ik heb nog vier uur om mezelf voor te bereiden.
  217. Nog vier uur en mijn grote moment begint...
  218. Ik kan nu niet terugkrabbelen.
  219. Mijn keel is droog, ik krijg het warm en als ik naar de klok kijk begin ik te zweten.
  220. Mijn zenuwen zijn nu de baas, maar ik moet de baas van de situatie blijven.
  221. Ik kan nu niet ten onder gaan aan mijn zenuwen.
  222. Het is mijn lichaam dus zijn het ook mijn regels.
  223. Mijn handen beginnen te trillen terwijl ik oefen.
  224. Hoe kan het dat ik mezelf zo laat gaan.
  225. Het toernooi is er bijna, ik moet mezelf onder controle krijgen.
  226. Terwijl het zweet over mijn rug loopt...
  227. Mijn armen zwaarder beginnen wegen en mijn hart tegen mijn ribben aanbonst.. Sluit ik mijn ogen.
  228. Ik probeer vrede in mijn hoofd te creëeren en te visualiseren dat het me zal lukken.
  229. In mijn hoofd schets ik het moment waarin ik de beker zal ontvangen.
  230. Dat ze allemaal mijn naam roepen.
  231. "Jonas.. Jonas.. Jonas" De gedachte hierbij zorgt dat de adrenaline de overhand neemt.
  232. Mijn zintuigen worden scherper en ik ben er klaar voor.
  233. Niets zal het nu nog van mij afpakken deze beker is van mij.
  234. Om de adrenaline onder controle te krijgen besluit ik nog even te oefenen.
  235. Ik verslind de ene na de andere tegenstander alsof God zelf mij gezegend heeft.
  236. Wat absoluut bizar zou zijn want ik ben een atheïst.
  237. Ik heb het ook nooit begrepen hoe iemand in God kon geloven terwijl...
  238. Als het er echt op aankomt wij allemaal in God geloven.
  239.  
  240. Iedere keer als we in de problemen zitten of iets erg gebeurt bidden we toch.
  241. In de hoop dat als God echt bestaat hij ons uit deze puinhoop komt helpen.
  242. Uit ervaring heb ik geleerd dat niemand je komt helpen.
  243. Al zeker God niet.
  244. Wat voor plan hij ook in gedachte heeft is niet voor mij voorbestemd.
  245. Daarom hou ik het maar bij mijn saai leventje...
  246. Gamen en redbull dat is mijn leven en daar moet ik het mee doen.
Advertisement
Add Comment
Please, Sign In to add comment
Advertisement